Nieuws
Nederland
Dinsdag, 15 september '20 via Spoor Pro
Zelfrijdende trein
Infrastructuur
586
Webmaster
De ATO-verkenning die in februari dit jaar werd gehouden op het traject tussen Groningen en Zuidhorn bestond uit live-testen, simulatieonderzoek en een reizigersonderzoek. Ook is de ervaring van machinisten meegenomen. De testen zijn in opdracht van ProRail en de Provincie Groningen uitgevoerd samen met vervoerder Arriva en leverancier Stadler. In Groningen wordt getest met Grade of Automation 2. Hierbij rijdt een automaat, maar blijft de aanwezige machinist verantwoordelijk.
Kwaliteitsverbeteringen
Het onderzoek heeft volgens de initiatiefnemers positieve resultaten opgeleverd over het technisch functioneren van het systeem. Zo bleek het met ATO goed mogelijk te zijn de tractie en rem naar behoren te bedienen, rittoestemmingen te verwerken en op te volgen, precies te halteren en routewijzigingen te verwerken. Daarnaast konden tijdens de proef noodzakelijke kwaliteitsverbeteringen aan het ATO-systeem worden opgespoord en aangebracht.
Er is op dit moment nog geen duidelijk zicht op de rijtijdwinst die het rijden met ATO kan opleveren. Bij vervolgonderzoek gaat ProRail kijken naar de impact van ATO op energieverbruik en de koppeling met de verkeersleiding. Hierbij worden dienstregelingen ingeleerd en gekeken hoe het systeem omgaat met storingen en wijzigingen in de dienstregeling.
Interactie machinist en ATO
Het onderzoek gaf volgens ProRail veel inzicht in de interactie tussen ATO en machinist, vooral bij acceleratie, remmen en haltering. Gaandeweg de test zijn verbeteringen doorgevoerd omdat de acceleratie en het remmen als te krachtig werd ervaren. Ook zat de ATO-remcurve soms te dicht op de ATB-remcurve en dreigde een ingreep door het beveiligingssysteem. Tevens is duidelijk geworden welke informatie essentieel is om te tonen op het bedienscherm (Driver Machine Interface DMI) en welke informatie weggelaten kan worden.
Vergelijking van virtuele ATO-ritten met modellen van reële rijgegevens uit 2018 laten winst zien in punctualiteit. De zou vertaald kunnen worden naar capaciteitswinst, maar volgens de onderzoekers vraagt dit nog om nader onderzoek naar de capaciteitsbehoefte en de toekomstige planningen. Vooral de punctualiteit op -30 tot +30 seconden verbeterde met ATO, zowel in de spits als in de daluren. Ook waren er met ATO minder planafwijkingen en ongeplande stops.
Reizigersonderzoek
Verder blijkt er ook bij het publiek veel belangstelling te zijn voor ATO. Vooral om deel te nemen aan de allereerste reizigersritten met ATO. Deze waren binnen 24 uur na aankondiging volgeboekt. Reizigers (die niet wisten of het ATO-systeem al dan niet geactiveerd was) zijn in beide gevallen overwegend positief over de rit. Wel scoren de reguliere ritten weliswaar licht, maar wel significant hoger in termen van rapportcijfer. Het G-krachtenonderzoek toont schokkeriger rijgedrag aan met ATO. Mogelijk heeft dit de beleving beïnvloed.
“Vervolgonderzoek is nodig om meer inzicht te krijgen in de voordelen”, vermeldt het rapport. “We willen de basisfuncties verder verbeteren en meer inzicht krijgen in op dienstregeling rijden en energieverbruik. Eind dit jaar geven we in Groningen een vervolg aan de testen. Hierbij testen we vooral het systeem, er rijden dan geen reizigers mee.”