België
Zondag, 08 september '24 via VRT NWS
Dienstverlening
559
Webmaster
De beslissing van spoorwegmaatschappij NMBS om de tweede fase van de uitbreiding van het treinaanbod uit te stellen, laat bij velen een bittere nasmaak achter. Minister van Mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo) is boos en wil dat de beslissing wordt teruggedraaid. Bij de vakbonden is men niet verbaasd "gezien het transportplan geen zekerheden gaf over bijkomend personeel, materieel en investeringen". Transporteconoom Thierry Vanelslander geeft toe dat het "een beetje sneu" is, maar ziet het op lange termijn goed komen.
Vandaag heeft de Raad van Bestuur van de NMBS het voorstel van de spoorwegen bekrachtigd om de tweede fase van het vervoersplan uit stellen. Dat heeft VRT NWS vernomen via de socialistische vakbond ACOD Spoor. De ambitieuze plannen om het treinaanbod uit te breiden, worden in de koelkast gestopt omdat er te weinig treinbestuurders en -begeleiders zijn om al die bijkomende treinen te laten rijden.
Geen verrassing voor de vakbonden. "Wij zijn niet verbaasd dat men heeft ingezien dat dit niet haalbaar is", reageert Günther Blauwens van ACOD Spoor. "Een transportplan zonder zekerheid over bijkomend personeel, materieel en voldoende investeringen getuigt niet van veel realisme. Men is naïef geweest."
Krappe arbeidsmarkt
"Dit is een beetje sneu", vindt ook transporteconoom Thierry Vanelslander (Universiteit Antwerpen). "Na 12 jaar zonder beheersovereenkomst had minister van Mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo) nochtans middelen vrijgemaakt voor deze grote plannen."
"In dat soort plannen kijkt men vooral naar de middelen", duidt Vanelslander. "En men heeft in de beheersovereenkomst inderdaad de nodige middelen vrijgemaakt. Maar men kijkt dan vaak niet naar het personeel." Net daar zit nu de angel. "Er is inderdaad schaarste op de arbeidsmarkt. Dat is doodzonde, maar het is wel een realiteit. Noch de NMBS noch de minister kunnen daar veel aan veranderen."
Bij ACOD Spoor kijkt men naar de besparingen die door de regering-Michel (2014-18) zijn ingevoerd. "Die besparingen werken vandaag nog altijd door", zegt Günther Blauwens. "Alle problemen van vandaag hadden wij voorspeld bij de besparingsplannen van toenmalig minister Jacqueline Gallant (MR). De investeringen van de Vivaldi-regering zijn maar een inhaalbeweging. Zo bouw je geen voorsprong op."
"Wij pleiten ervoor om nu te stabiliseren", geeft Blauwens aan. Eerst ervoor zorgen dat de treinen die nu al rijden ook stipt rijden, met andere woorden. Ook Vanelslander vindt dat het beter is om niet te snel vooruit te willen gaan. "Ik heb altijd gezegd dat het eerst slechter zou gaan voor het weer beter wordt."
De transporteconoom denkt dat het probleem van die krappe arbeidsmarkt wel zal verdwijnen. Hij verwijst naar een aantal fabriekssluitingen - bij Audi Brussel bijvoorbeeld - waardoor er in de toekomst meer geschikt personeel beschikbaar zal zijn. "Dat biedt kansen voor de NMBS."
Continuïteit in het beleid is nodig
Zowel Vanelslander als Blauwens staan positief tegenover wat minister Gilkinet heeft gerealiseerd. "Voor de eerste keer was er een minister die ervoor ging", zegt Vanelslander. "Ik hoop dat de volgende regering de oefening doorzet, want je hebt continuïteit in het beleid nodig. Als je alles om de 5 jaar weer omgooit, is het ook niet duidelijk waar bedrijven aan toe zijn voor hun mobiliteitsbeleid."
De vakbond zit op hetzelfde spoor. "Vivaldi heeft het beleid van de vorige regering proberen recht te zetten, maar je moet nu doorzetten", vindt Blauwens.
ACOD Spoor is ongerust over de toekomst. Dat niet zonder reden, want de zogenoemde supernota van federaal formateur Bart De Wever (N-VA) - weliswaar voorlopig weer van de onderhandelingstafel - had het over een afbouw van de subsidies aan onder meer de NMBS.
"Niets is zo nefast voor het mobiliteitsbeleid als voortdurend wisselend beleid", vindt Thierry Vanelslander. "Op die manier gaan investeringen uit het verleden verloren. Dat is dan eigenlijk weggegooid geld. Gelukkig hebben we nu die beheersovereenkomst waarin toegezegde investeringen zijn vastgelegd."
In Zwitserland kan continuïteit blijkbaar wel. Daar heeft het parlement in 2019 beslist om tussen 2020 en 2035 zo'n 13,7 miljard euro in het spoor te investeren om het treinverkeer te stimuleren. "Het moet toch mogelijk zijn om een legislatuuroverschrijdend beleid te voeren, zodat genomen beslissingen ook worden uitgevoerd", vindt Thierry Vanelslander. "De grote uitdaging hier is een overheid die haar verplichtingen nakomt."