Nieuws

De exacte rol van aerosolen bij het overdragen van SARS-CoV-2 infectie en de verspreiding van de COVID-19 pandemie zijn nog niet helemaal vastgesteld. Wel zeker is dat aerosols afzwakken naarmate de afstand tot de bron groter wordt, maar zich kunnen concentreren in krappe, slecht geventileerde ruimtes. Infectie via druppels is tot nu toe de belangrijkste transmissieroute van Corona. Maar de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) erkende onlangs wel het belang van potentiële overdracht via de lucht van aerosolen die SARSCoV-2 bevatten.

Ventilatie aan

Daarom is het volgens experts beter om ventilatiesystemen ‘Aan’ te laten staan om mogelijk schadelijke aerosolen te evacueren. Het uitschakelen van ventilatiesystemen kan er voor zorgen dat deze zich ophopen in het passagierscompartiment. ERA beveelt aan om de ventilatie in te schakelen ruim voordat de reizigers binnenkomen, de ventilatie aan te houden tussen twee ritten in en zo veel mogelijk te laten doordraaien aan het einde van de dienst.

Daarnaast is het advies vanuit ERA om zo veel mogelijk natuurlijk te ventileren. Dat wil zeggen: alle deuren open tijdens het halteren en indien mogelijk ramen open. Verder gaat het bulletin uitgebreid in op de recirculatie van lucht in de airco-, ventilatie en verwarmingssystemen van treinen. Deze systemen maken gebruik van zowel buitenlucht als uit het voertuig afgezogen lucht. Tot 90 procent van het geventileerde luchtvolume kan bestaan uit gerecirculeerde lucht. Deze verhouding kan automatisch worden bepaald door het systeem of vast zijn ingesteld.

Niet recirculeren

Voor het recirculeren van lucht wordt vaak gekozen om energie te besparen en het comfort te vergoten. De lucht is immers al verwarmd of gekoeld, die van buiten niet. Om verspreiding van het virus te voorkomen, moet nu de verhouding ingesteld worden op een zo’n groot mogelijk percentage buitenlucht. Afhankelijk van het systeem is dit in te stellen op controle panelen, maar er kan ook een software update, het verwijderen van CO2-sensoren of het afsluiten van aanzuigopeningen voor nodig zijn.

Deze aanpassingen kunnen er wel voor zorgen dat reizigers minder comfort ervaren omdat de systemen er niet meer in slagen om de temperatuur te bereiken. Vooral onder extreme weersomstandigheden. Verder kan lichte overdruk in de trein zorgen voor vertraging bij het sluiten van deuren. Overdruk bij het binnenrijden van tunnels en het passeren van treinen kan druk op de oren geven bij reizigers. ERA adviseert vervoerders vooraf te testen en controleren hoe aangepaste systemen reageren. “Vraag ook de fabrikant om advies voor de beste methode om instellingen aan te passen.”

Geen effectief filter

Over luchtkanalen en filters meldt het bulletin simpelweg dat deze zo schoon mogelijk gehouden moeten worden. Dat filters het virus uit de lucht kunnen halen of buiten de trein houden is tot nu toe nog een illusie. De in treinen toegepaste filters zijn volgens ERA niet fijnmazig genoeg om het virus op te vangen. Zogenaamde HEPA-filters kunnen dit wel. Maar de toepassing hiervan vragen een dermate grote aanpassing van de huidige systemen in treinen, dat deze niet als een werkbare optie worden gezien. Een andere optie zou het toepassen van ultraviolette straling kunnen zijn. Hiermee kunnen schadelijke bacteriën gedood worden. Hiervan is nog een werkbare toepassing gevonden voor in treinen.